Deze keer 8 tips bij dyscalculie. Een persoon met dyscalculie heeft aanhoudend moeite getallen te begrijpen ongeacht leeftijd of vermogen. Het treft ongeveer hetzelfde percentage als mensen met dyslexie dat is zo’n 6%. Dat betekent ongeveer 2 kinderen in een klas met 30 leerlingen.
Dyscalculie is minder bekend als dyslexie (moeite met lezen en/of spelling) en is ook minder onderzocht. Daardoor wordt dyscalculie slechter herkend en zijn er tot nu toe geen of weinig remediërende strategieën.
Gebruik hulpmiddelen
Kinderen met dyscalculie vinden ondersteuning in het gebruik van praktische hulpmiddelen zoals vingers, telraam, kralen of getallenlijnen bij het uitwerken van de opgaven. Oudere kinderen vinden het misschien handig om spiekbriefjes met bijvoorbeeld de tafels of formules bij de hand te hebben. Lees ook mijn blog: dat kun je op je vingers natellen
Metacognitie
Metacognitie is “denken over denken”. Uit onderzoek blijkt dat metacognitie een positief effect kan hebben op het leren van wiskunde. Wat weet ik wel en wat weet ik niet of weten welke strategieën je hebt om een probleem op te lossen.
Een strategie zou kunnen zijn dat je je kind aanleert vast te stellen waar te beginnen en hoe een opgave op te splitsen. Dit zou d.m.v. geheugensteuntjes of liedjes kunnen.
Ontdek het teken (= – x : ) omcirkel deze en benoem wat je gaat doen.
Lees de opgave
Antwoord, teken sommen of cirkels om het antwoord te vinden en controleer dit
Schrijf het antwoord op
Zoek uit wat moeilijk is
Wanneer je kind blijft steken in wis- en rekenkundige problemen kan je kind snel opgeven. Vraag wat je kind moeilijk vindt en geef duidelijke uitleg en ondersteuning bij wat je kind moeilijk vindt. Ook jongere kinderen kunnen aangeven wat ze moeilijk vinden.
Focus op één opgave
Een opgave kan al verwarrend genoeg zijn en meer opgaven op een bladzijde kan de verwarring verergeren. Focus op één opgave en dek desnoods de andere opgaven af. Werk de opgave uit en geef meteen feedback op het antwoord ongeacht of het correct of incorrect is. Dit helpt je kind van de praktijk te leren en het verschil te begrijpen tussen juiste en onjuiste probleemoplossende strategieën.
Herhaling
Het is raadzaam vaak te herhalen en terug te grijpen naar vroegere leerstof. Doe dit in korte en frequente sessies. En zorg ervoor dat je kind weet wat te doen wanneer het vastloopt zoals om hulp vragen van een volwassene.
Juist taalgebruik
Wiskundige taal en symbolen kunnen ook verwarrend zijn. Een negatief getal heeft een minteken en het minteken wordt ook gebruikt voor aftrekken. Bijvoorbeeld: 12 – -6 (12 min min 6) Je kunt ook zeggen: 12 trek -6 af. Dit is duidelijke taal en helpt ook je kind de wiskundige woordenschat uit te breiden en het begrip te controleren.
Spelletjes
Rekenen en wiskunde is niet voorbehouden aan het klaslokaal. Het is overal om ons heen. Vooral jonge kinderen hebben baat bij het spelen van korte, wiskundige spelletjes met behulp van materialen om hen hen. Verzamelen en tellen kan overal gedaan worden zoals aan tafel, de keuken of de badkamer.
Blijf positief
Bevorder de positieve gevoelens ten opzichte van rekenen en wiskunde. Uit je zorgen en negatieve gevoelens over wiskunde niet in bijzijn van je kind, maar stimuleer de interesse in wiskunde. Meer over dyscalculie in 9 weetjes over dyscalculie
Leuk? Interessant? Waardevol? Laat een reactie achter of deel het met andere ouders.
Voor de leesbaarheid schrijf ik “ouder”, daar kan ook “verzorger” staan.