Moet je je als ouder zorgen maken wanneer je kind schoolwerk meeneemt waarin letters en/of cijfers zijn omgedraaid? Afhankelijk van de mentale leeftijd van je kind hoef je je daar geen zorgen over te maken. De mentale leeftijd is het concept dat de leeftijd van je kind bepaald in relatie tot de gemiddelde intellectuele prestaties van kinderen met dezelfde chronologische leeftijd. De mentale leeftijd kan dus iets verschillen van de fysieke leeftijd van je kind.

Elk kind heeft een periode van spiegelen

Elk kind zal op een gegeven moment letters en/of cijfers omdraaien. Kenneth Lane – Developing Ocular Motor and Visual Perception Skills – beschrijft het volgende met betrekking tot de verwachting van omkeringen:

Om boven-onder (verticale) omkeringen te boven te komen zal je kind tussen 5½ en 6½ jaar zijn.

Voor de links-rechts (horizontale) omkeringen geldt een leeftijd van 7½ jaar.

Vanaf 9 à 10 jaar zal je kind de symbolen ruimtelijk coderen als een volwassene. Tevens zal je kind in staat zijn de onderlinge relatie tussen de objecten te begrijpen vanuit diverse hoeken.

Er zijn twee typen omkeringen: de statische en de kinesthetische (gevoel voor beweging). Deze week de statische omkering

De statische omkering

Deze omkering komt voor wanneer je kind in verwarring is over de juiste oriëntering van de letter of volgorde van de letters in een woord. Een theorie hierachter is dat je kind de oriëntering van het symbool niet als belangrijk ervaart. De 3D-2D verwarring aldus Lane. 

Kinderen groeien op in een 3D wereld. Alle objecten in de 3D wereld veranderen niet wanneer je ze vanuit een andere hoek bekijkt. Een kopje blijft een kopje, een stoel een stoel, een tafel een tafel, of ze nu gewoon staan of ondersteboven enzovoorts.

Zodra het jonge kind in de klas zit en geconfronteerd wordt met 2D symbolen die van betekenis veranderen afhankelijk van de richting waarin ze staan, kan het kind verward raken. Het kind ziet wel het verschil, maar overweegt het ruimtelijk bewustzijn niet van de specifieke letters. Wanneer je het zo bekijkt zijn b en d, p en q dezelfde letters die een ander kant opkijken.

Wat te doen?

Laat je kind oefenen met de letters, die een uitdaging zijn door:

Met de letters/cijfers of woorden met een stok in het zand te tekenen.

Met vingerverf de letters/cijfers of woorden over te trekken.

Pak een dienblad met een opstaand randje en vul deze met schelpenzand, gedroogde bonen of ander materiaal en laat je kind hier de letters/cijfers of woorden in tekenen.

Neem een vel papier en maak daar verschillende lijnen op. De lijnen bestaan uit zowel diagonale als ronde vormen, die allebei nodig zijn om letters te vormen. 

De volgende keer de kinesthetische omkeringen.

Leuk? Interessant? Waardevol? Laat een reactie achter of deel het met andere ouders.